DANKBETUIGING

Curricula mogen dan wel proberen het boeket elementen uit iemands leven te rubriceren en aan te geven wat de betrokkene allemaal gerealiseerd heeft, toch zou het ijdel en vooral onheus zijn voor te wenden dat dit éénmanswerk is. Dit is zelden het geval: een mensenleven is altijd een mix van persoonlijke elementen en van diverse menselijke, materiële, maatschappelijke en andere factoren.

Mijn site geeft een aantal verwezenlijkingen aan waarvoor ik getekend heb, maar wil tezelfdertijd hulde brengen aan een lange reeks van schitterende medemensen die mij gevormd, gestimuleerd, geïnspireerd, gesteund hebben. Of die gewoon bescherming boden op kwetsbare momenten. Ik ben hen daarvoor oprecht dankbaar en ik zou het niet netjes vinden mijn curriculum af te sluiten zonder hen te vermelden als blijk van mijn blijvend respect en waardering, ook al weet ik maar al te goed dat men het grootste eerbetoon in eigen hart bewaart.

 


Wijlen Josephina De Ruysser, mijn grootmoeder die mij zoveel heeft meegegeven dat ik er nog dagelijks met ontroering aan terug denk. Een uiterst bescheiden maar in wezen indrukwekkende persoonlijkheid die mij levenslang ‘de Grote Kracht van de Kleine Mens’ deed liefhebben.


Het ganse onderwijzerskorps van de rijkslagere school aan de Antwerpse Pijlstraat, die de basis hebben gelegd waarop al de rest kon gebouwd worden.


Wijlen Renaat Merecy, mijn directeur van de Lierse Rijkslagere- en Middelbare Normaalschool die – samen met zijn lerarenkorps – zijn onderwijsinstelling met visionaire kracht tot ‘een instituut’ wist te maken waar onderwijzers en regenten een vorming meekregen die hen levenslang van pas kwam.


Wijlen Leo Apostel en Jaap Kruithof maar ook meer recente UGent-professoren die mijn honger naar kennis en inzicht steeds opnieuw gevoed hebben.


André Vanhassel, wijlen Nest Duys en vele andere vrijmetselaren ‘van kaliber’, die mijn onophoudelijke zoektocht doorheen het maçonnieke landschap hebben gecoacht en die door hun inbreng maar ook door hun onafhankelijke en kritische vraagstelling hebben bijgedragen tot mijn huidige inzichten.


Cineast-regisseur Luk Gubbels, met wie ik vele intense jaren van audio-visuele en andere exploten mocht delen en die mij meer heeft gegeven dan hij ooit zal willen erkennen.


Frank Borrenbergen, jarenlange vriend en mede-wandelaar, die door zijn eenvoud en oprechtheid, net zoals mijn grootmoeder, de vinger legt op de grote kracht van mede-menselijkheid.


Bernard Van Den Driessche, een gids die je zelf in je donkerste bos de weg terug weet te laten vinden.


Wijlen Eric Vanden Berghe, president van het Grootseminarie van Brugge die mij als atheïst en vrijmetselaar met uitgestoken hand verwelkomde en mij steeds een respectvolle en menselijke gastvrijheid aanbood waarvan ik nu nog geniet.


Leo Yperman en Fernand Van den Neste, mijn trouwe vrienden, inspiratoren en toeverlaten, met wie honderden uitwisselingen telkens opnieuw wederzijdse verrijking boden.


Roger Burggraeve, emeritus aan de KULeuven en internationaal Levinasspecialist, aan wie ik de laatste jaren een sterke en verruimende stimulans te danken heb die mij geholpen heeft ‘de verrijkende waarde van de ontmoeting’ in een filosofisch perspectief te situeren.


Eddy Maus, mijn vast fotokompaan met wie ik reeds een decennium lang wekelijks de ongelooflijke en creatieve uitdaging beleef die de ‘magie’ van de analoge donkere kamer ons biedt.


Het bestuur en de stafmedewerkers van de Nederlandse maçonnieke stichting ‘Ritus en Tempelbouw’ en haar studietijdschrift ‘Thoth’, die mij steunden, stimuleerden en mogelijkheden boden om maçonniek en geografisch grensoverschrijdende initiatieven te ontwikkelen tussen Leeuwarden en Kortrijk, tussen Brielle en Maaseik waardoor honderden broeders en zusters in staat werden gesteld elkaar te ontmoeten en met elkaar in verbinding te treden.


Marylou Van den Brande, Gerda van Looij, Nadine Stroobants en Mariette Bredael, die mij elk op hun manier maar steeds met de volle inzet van hun mogelijkheden, hebben lief gehad, aangemoedigd en die deelden in de rusteloosheid die soms in mij leefde.


 

En aan anderen wier inbreng ik – zonder het zelf te willen – mogelijk nu over het hoofd zie of die de wens uitdrukten anoniem te blijven …

 

Brugge, 31 december 2020